Heupdysplasie (HD) is een aandoening, waarbij er teveel speling aanwezig is in het heupgewricht, waardoor een misvorming van het heupgewricht kan ontstaan. Dit komt eerder voor bij middelgrote tot grote rassen dan bij kleine. Meestal hebben honden die HD hebben dit aan beide heupen, slechts in minder dan 10% van alle gevallen komt het maar bij 1 heup voor.
Elke pup wordt geboren met normale heupen. Bij honden is HD een erfelijke maar geen aangeboren aandoening. In het eerste levensjaar ontwikkelen de afwijkingen zich aan de heupgewrichten. Naast erfelijkheid (1/3) is milieu een zeer grote (2/3) factor die van invloed kan zijn op de ontwikkeling van HD. Een hond met aanleg kan dus door milieufactoren een ernstiger vorm HD ontwikkelen. Wanneer de hond de erfelijke aanleg niet heeft zullen ongunstige milieufactoren niet of nauwelijks van invloed zijn op de ontwikkeling van HD.
Daarnaast is het zelfs mogelijk dat de hond geen erfelijke aanleg heeft maar juist door invloed van milieu, door een ongelukje bijvoorbeeld wel een negatieve HD-uitslag kan hebben. In alle gevallen betekent ontwikkelde HD niet per definitie dat de hond klachten heeft: een goede bespiering kan veel opvangen.
Controle van fokdieren op HD
Binnen de rasverenigingen is in het verplichte Vereniging fokreglement (VFR) opgenomen aan welke eisen de ouderdieren moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een stamboom. Bij de Raad van Beheer wordt in principe voor alle honden met onderzoeksuitslagen HD-A tot HD-E een stamboom afgegeven. In het VFR worden daarop geen uitzonderingen gemaakt. Wil je een nestje doen met je hond dan zul je dus naast het verplicht oogonderzoek op PRA/CEA ook verplicht het HD röntgenonderzoek moeten laten doen bij je reu of teef. De uitslagen zijn online te vinden op de site van de Raad van Beheer. Om je hond te laten röntgenen moet deze minimaal een jaar oud zijn.
Normaalgesproken is het aanbevelingswaardig om alleen te fokken met HD-vrije honden om zo de kans op HD bij het nageslacht zo klein mogelijk te maken. Bij de langhaar collie komt erfelijke HD in geringe mate voor. In het VFR wordt de voorwaarde gesteld dat in elke fokcombinatie de andere ouder een HD-A uitslag moet hebben. Het is aanbevelingswaardig honden die een hogere uitslag dan HD-C hebben, tenzij door trauma, NIET in te zetten in het fokprogramma.
Onderzoek en HD uitslag
Een nauwkeurige controle op HD bij de hond is alleen mogelijk met behulp van röntgenfoto's. Deze worden bij een dierenarts gemaakt die geaccrediteerd is bij de Raad van Beheer. De foto’s worden ter beoordeling opgestuurd naar de Raad van Beheer die al vele jaren geleden een onderzoekscommissie in het leven geroepen heeft waar door een team van deskundigen ingezonden röntgenfoto's van heupen kunnen worden beoordeeld. Deze beoordeling kent een streng protocol: alleen het ras is bekend en de leeftijd van het dier, maar de naam en de eigenaar is dat niet. De foto moet aan strenge eisen voldoen. Zodra de rekening van de Raad van Beheer, na inzending foto’s door de dierenarts, betaald is, bekijkt het panel de foto en krijg je de uitslag thuisgestuurd.
Behandeling van HD
Er bestaat geen medicijn waarmee HD te genezen is. Wel zijn er behandelingen en medicijnen waarmee verergering wordt voorkomen of pijnklachten worden verminderd. Voor meer informatie kunt u het beste contact opnemen met een daartoe geaccrediteerde of gespecialiseerde dierenarts.
Het gezegde 'voorkomen is beter dan genezen' gaat zeker op voor HD, omdat deze aandoening nooit geheel te genezen is. Het voorkomen van HD, kan worden gecontroleerd door de milieu omstandigheden voor jonge opgroeiende honden te optimaliseren en controle van de ouderdieren.
Röntgenfoto’s pup
Het skelet van een pup ontwikkelt zich voor ongeveer 80% in de eerste 6 maanden. Vooral tot de leeftijd van 8 weken is de ontwikkeling van het gewrichtskapsel en de banden die nodig zijn voor de ondersteuning van het gewricht van belang. De ontwikkeling van erfelijk belaste pups kan in dit stadium tot een minimum beperkt worden door het voorkomen van overbelasting van de banden en het gewrichtskapsel. Rustig aan doen dus met je pup(s)! Ze zijn niet van porselein natuurlijk, maar een goede stroeve ondergrond bij het zogen, het niet laten glijden op een gladde vloer, niet te grote wandelingen en voldoende rust, etc, is van groot belang.
Op de röntgenfoto’s zie je de heupen van een pup in diverse leeftijdstadia. Als het pupje geboren moet worden is uiterste flexibiliteit van het hele lichaam nodig om door het geboortekanaal te passen. De natuur heeft dus zelf al bedacht dat het bekken nauwelijks ontwikkeld moet zijn en dat de botten elkaar zelfs nog niet raken. Bij acht weken begint de inslijting en aansluiting enigszins op een heupgewricht te lijken. Dit is de leeftijd waarop pups met de nieuwe eigenaar meegaan, ze staan dan dus nog niet zo stabiel op hun pootjes. Je begrijpt naar aanleiding van deze foto dus hopelijk wel waarom je voorzichtig moet zijn met je pup of je pupkopers daar op zult moeten wijzen.
Pas met 20 weken is het complete heupgewricht gevormd, desondanks is een hond in de groei nog steeds een punt van aandacht om rustig mee om te gaan.
Een goede bespiering van de achterhand biedt extra stevigheid aan de verbinding tussen de heupkop en heupkom. Het trainen van de spieren van de achterhand kan beter uitgesteld worden tot een leeftijd van 9-11 maanden, wanneer het bekken geheel is uitgegroeid.
Naast beweging speelt ook de voeding een duidelijke rol bij de ontwikkeling van HD. Uit onderzoek is gebleken, dat het optreden en de ernst van HD kan worden verminderd door de groeisnelheid van puppies te beperken middels vermindering van de voedselopname. Ook de verstrekking van teveel kalk en vitaminen lijkt een ongunstige invloed te hebben op het proces en geeft bovendien kans op andere orthopedische problemen. Het advies is dan ook om een commercieel hondenvoer (zonder bijvoegingen van kalk of vitaminen) te verstrekken. Wil men zelfbereide voeders geven, dan dienen deze door de dierenarts goed op hun samenstelling te worden gecontroleerd! Voedingssuppletie werkt vaak tegengesteld, vooral waar de huidige samenstelling van hondenvoer juist al op alle mogelijke manieren met zorg zijn samengesteld.
De uitslag van een röntgenfoto geeft alleen uitsluitsel over de heupen van de hond in kwestie, en uiteraard niet over die van zijn voorouders. Ook is uit de foto niet op te maken hoe de milieufactoren waren: kreeg de hond teveel te eten waardoor de heupen extra belast werden? Liep hij dagelijks door mul zand te ploegen? Of waren de omstandigheden juist tegengesteld?
Is de kans genetisch verhoogd of juist niet? Daarvoor moet je vele generaties terugkijken en al die uitslagen meenemen in je mening. Is een hond HD-vrij maar hebben alle voorouders HD in optima forma, dan heb je geluk, maar zo'n hond is niet zo heel geschikt om mee te fokken. Want zijn aanleg zal waarschijnlijk niet zeer goed zijn en dat geeft hij dan weer door aan het nageslacht.
Heeft een hond matige heupen maar zijn alle voorouders prima in orde? Dan is dat pech, maar de kans dat deze hond goede genen heeft is niettemin vrij groot. Het is moeilijk afwegingen te maken. En feitelijk moet er niet alleen naar voorouders en milieu worden gekeken, maar ook naar de mogelijke andere kwaliteiten van de hond. Elke hond bestaat namelijk uit heel wat kenmerken die rasspecifiek zijn en van belang voor het in stand houden van het ras. Weloverwogen combinaties maken is een punt waar een fokker in de fokkerij zoveel mogelijk rekening mee houdt.